
Elektrische deelsteps maken sinds dit jaar deel uit van het straatbeeld in zowat alle grote en kleine Vlaamse steden. In Brussel zijn al zes operatoren actief zijn. Antwerpen telt er voorlopig drie, maar de verhuurders vinden ook hun weg naar kleinere steden als Roeselare en Aalst. Deelsteps veroorzaken niet enkel steeds meer chaos op wegen en trottoirs; er zijn ondertussen zo veel aanbieders dat het zakenmodel in vraag moet worden gesteld.
De Europese markt voor deelsteps kent een vijftiental grote aanbieders:
Duitsland: Wind, Tier, Circ en Hive
Estland: Bolt
Spanje: Movo, Ufo
Nederland: Dott
Zweden: Voi
VS: Lime, Bird, Jump en B Mobility
De meeste namen bestaan uit vier letters, kwestie van ze makkelijk te kunnen onthouden. Enige uitzondering op de regel is B Mobility, het bedrijf van Olympisch kampioen Usain Bolt, die zijn achternaam door een groep Esten zag ingepalmd en dus naar een andere oplossing op zoek moest.
Is er voldoende plaats voor zoveel spelers?
Het antwoord is uiteraard neen. Sommige bedrijven zullen verdwijnen, andere zullen fuseren of worden overgenomen. Niets abnormaals in een markt met zoveel start-ups. Het is ook een transportsector die in verhouding weinig kapitaal vergt om zich te lanceren. Onvergelijkbaar met die van autoverhuur- of autodeelbedrijven bijvoorbeeld.
Toch zijn het niet enkel start-ups die zich op deze markt gooien. Investeerders hebben de voorbije maanden meer dan 1 miljard euro geïnvesteerd in verschillende e-stepbedrijven. Ook grote autogroepen zien in deze elektrische deelsteps een waardig alternatief voor verplaatsingen op korte afstand. Ze hopen een deel van de daling in autoverkopen op die manier te compenseren. In grote steden wordt steeds vaker afscheid genomen van traditionele transportmiddelen op vier wielen. Zo maakt Hive via mytaxi deel uit van de Duitse autoproducent Daimler en is Ufo een filiaal van Seat (Volkswagen). Dan is er Jump, dat eigendom is van het alternatieve taxibedrijf Uber.
Is de uitbating van elektrische deelsteps rendabel?
Ook hier is het antwoord neen, want met zoveel concurrentie kunnen de prijzen enkel lager gaan. Er is nog geen sprake van een prijzenoorlog, maar een gemiddelde prijs van 15 eurocent per minuut blijft te laag om winstgevend te zijn. Vooral omdat de levensduur van een elektrische deelstep erg kort is.
Een studie van de Boston Consulting Group schat de levensduur van een deelstep op om en bij de 3 maanden of op gemiddeld 227 km. Een uiterst korte termijn om een activiteit winstgevend te maken, zonder dan nog rekening te houden met het weinig ecologische aspect van ‘wegwerpsteps’.
Dan zijn er nog de ‘herladers’ of ‘juicers’ die betaald moeten worden. Die zouden tussen de 5 en 10 euro krijgen voor elke step die ze opladen en terug op straat zetten. Tenslotte is er het probleem van de overlast en het vandalisme, dat door de meeste aanbieders is onderschat.

The post Is het zakenmodel van de elektrische deelsteps levensvatbaar? appeared first on Express.